Georgetown en Cameron Highlands

Na een behoorlijke rit in de super luxe bus kwam ik aan op Penang, een schiereiland in Noord-West Maleisië, vanuit daar nam ik nog een locale bus die me naar Georgetown bracht. Georgetown staat al een tijdje op de Unesco werelderfgoedlijst, vooral vanwege de bekende "street arts". Mijn hostel overtrof weer alle verwachtingen: bedden met matrassen die comfortabeler waren dan mijn eigen in Nederland, geweldig goede regendouches en super leuk aangekleed. Ik kon er maar een nadeel aan vinden en dat was mijn Palestijnse kamergenoot die iedereen elke nacht wakker hield vanwegen zijn gesnurk. Maar, lang leven mijn oordoppen, dat was de uitkomst. Savonds ging ik met hem en nog een Australiër eten, gelijk naar de beste plek in Penang. Penang staat naast namelijk verder ook bekend om het lekkere eten en dat kan ik alleen maar onderschrijven. We gingen naar de "Red Garden", een foodcourt. Het concept is heel makkelijk: in de grote hal kies je een tafeltje en besteld er je drinken, dan loop je langs de minimaal 30 kraampjes die eromheen staan om je eten te bestellen, je geeft je tafel nummer door een na hooguit 10 minuten brengen ze je eten. Ze hadden er werkelijk alles, van elk Aziatische land was er wel iets. Ik vond het erg jammer dat ik er maar 3 nachten bleef, wat dus betekende dat ik maar 3 diners had. Later die avond gingen we nog naar een locale supermarkt / bar. Je kocht er je biertjes (3 Tiger biertjes voor 10 Ringgit, 2.50 dus) en dan ging je buiten op straat zitten aan de plastic tafeltjes. Erg gezellig!
De volgende dag ging ik opzoek naar de street art. In het hostel kreeg ik een plattegrond waar de locaties op stonden van de bekendste tekeningen. Het voelde bijna als een spelletje om ze allemaal te vinden, veel waren er goed verstopt in steegjes maar al snel vond ik DE tactiek om ze te vinden: volg de Chinezen. Die waren hier namelijk nog fanatieker in en erg goed, heel scheelde me heel wat zoek werk. De muurtekeningen waren vaak gecombineerd met echte voorwerpen. Bijvoorbeeld een scooter, stoel, fiets, schommel of wat dan ook. Super leuk om te zien, verder vond ik het ook fascinerend hoeveel verschillende poses alle Chinezen wel niet wisten te bedenken bij een beschildering. Het dorp verder is klein maar heel sfeervol. De oude wijk heeft de muurschilderingen en veel gezellige barretjes, verder heb je natuurlijk ook weer China Town en Little India.
Die buurten zijn ook leuk om doorheen te lopen, je waant je dan echt in die landen. Die middag ging ik lunchen bij een vegetarisch restaurant met de Australiër, Palestijn en 3 Duitse meiden. Hier kon je opscheppen war je wilden en dan bepaalde de damen aan de kassa op een of andere manier hoe duur het was. Mijn overvolle bord kwam op 7.50 Ringgit uit wat nog geen 2 euro is, geweldig! Met dit groepje trok ik hier de rest van de dagen op. We zijn nog naar een botanische tuin geweest waar de niet zo vriendelijke makaken je weer aanvielen als je een foto wilde maken. Verder nog naar Chew Jetty wat een wijk is die op de zee is gebouwd. Maar uiteindelijk stond vooral het eten en lekker rondwandelen door het dorp centraal. Met de Duitse meiden ging ik vervolgens door naar Cameron Highlands.
Cameron Highlands is het hoogste gebied van Maleisië, hierdoor kan er veel groenten en fruit verbouwd worden maar waar het het bekendst om staat zijn de theeplantages! De temperatuur die elke dag tussen de 15 en 20 graden lag was wel even een verademing. De eerste dag boekten we gelijk een tour met een guide. Die bracht ons eerst naar de theeplantages, een mega landschap van theevelden zo ver je kunt kijken. 95% van deze thee blijft in Maleisië, de rest gaat naar omliggende landen. Alle theeplantages zijn overigens in handen van een Schotse familie, Boh, wat dan ook de merknaam van de thee is. Op de plantages werken geen Maleisiërs maar mensen uit India, Nepal, Indonesië en Bangladesh. Blijkbaar zijn alle Maleisiërs als zo ver ontwikkeld dat ze dit zware werk niet meer willen doen. De mensen die er werken werken 6 dagen in de week en wonen ook in een soort schuren tussen de theeplantages. Het uitzicht wat je er had was echt geweldig. Onze guide was ook een Indiër, wiens opa ooit manager was geweest over de plantages (beweerde hij dan), en hij wist ons veel te vertellen. Hij bracht ons ook nog naar Mossy Forest, een regenwoud op de rug van een berg. Hier groeiden veel verschillende bloemen en planten en blijkbaar leefden er ook veel wilde dieren zoals slangen, de loewak, apen en luipaarden. Helaas moesten wij het doen met een vlindertje en zagen we voor de rest geen dieren. Het was wel heel gaaf om zo'n jungle te zien. Het stukje waar wij liepen was op houten bruggen omdat je vanwege alle begroeiing moeilijk kon lopen. Maar als je een meerdaagse trekking ging doen liep je wel gewoon door de jungle waar wij even gingen kijken. Hier moest je volop klimmen en klauteren over boomstammen en wortels die overal groeiden, dat was leuk voor 10 minuten maar toen hadden we het wel gezien. De volgende dag gingen we zelf ook wel een jungle trekking doen. Er zijn verschillende paden in de omgeving die redelijk aangegeven staan die je zelf kunt lopen. Wij namen "trail 10" die als leukste en goed gangbaar bekend stond. Het was 1.5 uur klimmen door de jungle, en met klimmen bedoel ik echt recht omhoog over boomwortels die een soort trap vormden. Dit gecombineerd met de hoge vochtigheid in het woud maakten het een pittig ritje. Eenmaal boven op de berg had je wel een erg mooi uitzicht. Maar omdat het elke dag rond 2 uur regende zijn we snel weer naar beneden gegaan. Waar de Cameron Highlands verder nog om bekend staan zijn de "strawberry farms", hier hebben ze er heel veel van en bij de meesten kun je zelf met een bakje je aardbeien plukken. Aangezien ik zelf vanaf mijn 12e als genoeg aardbeien heb geplukt in de zomers geloofden ik het wel en was het drinken van een aardbeienshake genoeg. Verder staan orchideeën ook centraal in Cameron Highlands, ze groeien hier gewoon in de natuur maar worden ook verbouwd door boeren. Wij zijn nog door een tuin gewandeld waar ze gewoon in het wild groeiden, erg mooi.
Na drie nachtjes hier te zijn gebleven hadden we het wel gezien. Pia, met wie ik de kamer deelde en veel op trok gaat nu door naar Singapore, de andere meiden gaan via Kuala Lumpur naar Australië en ik zelf vlieg morgen vanuit Kuala Lumpur naar Borneo! Dit plan heb ik drie dagen geleden bedacht. Ik heb lang getwijfeld over Borneo omdat het Oosten, wat super mooi schijnt te zijn, een negatief reisadvies heeft ivm ontvoeringen vanuit de Filipijnen. Maar ik heb zoveel goede verhalen gehoord over het Westen (waar ik nu heen ga) en nadat ik hoorde dat ze daar ook een Orang-oetan reservaat hebben was ik om. Voor een kleine 20 euro vlieg ik morgen naar Kuching, op naar de orang-oetans, jungle en wildlife!

P.s. Bedankt voor alle leuke reacties van iede, erg leuk om te lezen!